Vertaal
Vertalingen flink aanpakken NL>DE
flink aanpakken (ww.) durchgreifen (ww.) ; schuften (ww.) ; schwer arbeiten (ww.) ; sich abmühen (ww.) ; sich abrackern (ww.) ; sich plagen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `flink aanpakken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpoten
NL: grondig aanpakken
NL: hard werken
NL: stevig aanpakken